Een optimaal ecosysteem is de sleutel tot succes

Wat is een optimaal functionerende campus? ‘Ga dan maar even zitten’ zeggen ontwikkelingsmanager Wiebe Daalderop en compagnon Rogier van Keulen van adviesbureau VKZ met een lach. Zij ondersteunen het team van Pivot Park bij de realisatie van de nieuwbouwprojecten en geven strategisch huisvestingsadvies met betrekking tot de doorontwikkeling van de biofarmaceutische campus in Oss. Tezamen met CEO Brigitte Drees van Pivot Park belichten zij de dynamische relatie tussen gebruikers, gebied, gebouwen en organisatie van een campus.

Hotspot van innovatie Waar zit de kracht van de campus? ‘In een sterke community en de aanwezigheid van een organisatie die dit faciliteert’, stelt Drees. ‘Naast het beschikbaar hebben van state of the art faciliteiten en services stimuleren wij als organisatie kennisuitwisseling tussen mensen en bedrijven door coaching, educatie en netwerkevents te organiseren. Daarmee bouwen we mee aan een community. Door krachten van bedrijven te bundelen, ondersteunen we onder andere groeiende start-ups die op deze wijze toegang krijgen tot kennis en apparatuur die anders financieel ontoegankelijk voor hen zouden zijn.’ Ondanks dat deze programmaonderdelen bedrijven prikkelen, is dit volgens Drees niet de enige basis van de innovatieve campus. Dat start bij de selectie van goede bedrijfsprofielen en ondernemerschap. ‘Een briljant idee alleen is niet genoeg om op de lange termijn succesvol en van toegevoegde waarde te zijn. Wij zien dat echt ondernemerschap essentieel is voor bedrijven bij ons om te overleven. Pivot Park huisvest vrijwel het complete ontwikkelpad van medicijnen, door voor die holistische benadering in bedrijfsprofielen te kiezen. Hieruit resulteren heel logische onderlinge samenwerkingen in het traject van idee tot geregistreerd innovatief medicijn.’

Ondernemerschap is essentieel in combinatie met de juiste mix aan bedrijven.

Krachtige gebiedsvisie En als het dan over innovatie gaat, denkt Van Keulen, gespecialiseerd in het asset management van vastgoedportefeuilles, direct aan hoogwaardige kwaliteit en een lange termijn visie voor de campus. ‘Voor het campusgebied is naast een eerste bedrijfskundige en financiële scan een ruimtelijke, functionele en financiële toekomstvisie noodzakelijk. Deze visie wordt dan leidraad voor alle toekomstige ontwikkelingen en moet continue worden bewaakt ten behoeve van de kwaliteit en het succes van het gebied. Flexibel inspelen op veranderende behoeften en -marktomstandigheden is daarbij van groot belang. Onderdeel van deze visie zijn ook de duurzaamheidsambities, die onmisbaar zijn geworden met het oog op de toekomst.’ Maar hoe vind je straks de hoogwaardige kwaliteit terug op de life sciences campus? ‘Simpel’, zegt Van Keulen, ‘door centraal op de campus ruimte te gebruiken voor programmering als flexplekken en horeca, creëren we een open en transparante campus, waar het aantrekkelijk is om te verblijven én waar beweging, geplande en toevallige ontmoetingen

worden gestimuleerd. Daarnaast zorgen we met mobiliteitsconcepten voor binding met het gebied buiten de campus.’ Drees vult aan dat op de campus uiteraard ook een belangrijke plek is gereserveerd voor een nauwe band met het onderwijs in de vorm van o.a. faciliteiten voor een hybride leeromgeving, life long learning programma’s en een lectoraat.

Eisen aan de huisvesting De focus op ondernemerschap, innovatie en hoogwaardige kwaliteit, heeft nog een ander voordeel; het creëert een sterk imago dat nieuwe start-ups aantrekt. Daalderop buigt zich daarbij over de huisvestingsbehoeften en de ontzorging van deze nieuwe gebruikers. Bij Pivot Park is een van de belangrijkste behoeftes flexibiliteit en snelheid. ‘We willen verschillende type huurders, in verschillende levensfasen, faciliteren door hun groeiambities vorm te geven, en dat doet Pivot Park met een mixed aanbod van mono- en multifunctionele gebouwen. Naast een flexibel en betaalbaar inbouwpakket voor starters en scaleups is ook de toekomstige aanpasbaarheid en uitbreidbaarheid van het casco gebouw belangrijk voor een waardevaste ontwikkeling.’ Daalderop merkt daarbij op dat er verschillen zijn in de eisen tussen jonge en volwassen ondernemingen. ‘Voor start-ups is het prettig om waar mogelijk.

ruimte en faciliteiten en dure apparatuur te delen en om huisvestingslasten te reduceren. Met eventuele standaard inbouwpakketten die door de campus worden verhuurd, blijven initiële investeringen en exploitatielasten voor de kleine onderneming beperkt. Grotere huurders hebben hogere eisen; naast behoefte aan een eigen identiteit en het vormgeven van hun eigen uitstraling hebben zij behoefte aan GMP services en een adequate vestigingslocatie met de juiste vergunningen als hun product de markt nadert. ’Daarom hebben we op Pivot Park ‘ready to go’ vestigingsplaatsen in portefeuille voor bedrijven die een geschikte locatie voor hun geneesmiddelproductie zoeken’ aldus Drees. Dus wat is de conclusie? Het is de dynamiek tussen faciliterende gebouwen, de durf en competentie om goed te selecteren in gebruikers, een klantgerichte benadering van huurders, een aantrekkelijke buitenruimte, verbindende initiatieven, de lange termijnvisie, het ontzorgen van de gebruikers en de duurzaamheidsambities die het ecosysteem van de campus modelleren in de optimale vorm. Geen eenvoudige opgave maar wel gaaf om als team de schouders onder te zetten, beamen ze alle drie.